Montpellier-slang

Malpolon monspessulanus (Hermann, 1804)

Systematische classificatie

Reptilia → Squamata → Serpentes → Colubridae → Malpolon → Malpolon monspessulanus

Lokale namen

Bissa Rataja, Bissa Oxelea, Oxelaira

Beschrijving

De Montpellier-slang ( Malpolon monspessulanus ) is zonder twijfel de grootste slang in de provincie Savona en wordt vaak langer dan 200 cm.

Het lichaam is vooral in het midden zeer stevig gebouwd, en de driehoekige, opvallende kop heeft grote, diepliggende ogen omrand door uitgesproken supraorbitale schubben, wat het dier zijn typische 'gerimpelde' uitdrukking geeft.

De pupil is rond, terwijl de iris varieert van geel tot oranje of bruin.

Er is een duidelijk seksueel dimorfisme in grootte, waarbij mannetjes aanzienlijk groter zijn dan vrouwtjes.

Volwassen mannetjes vertonen een egaal bruingroene kleur, met een karakteristiek donker 'zadel' op de nek, soms doorlopend naar de flanken, en een kop die lichter is dan het lichaam; de buik is witachtig of donkergrijs, meestal zonder vlekken.

Vrouwtjes en subadulte dieren hebben een andere kleur, variërend van zandgrijs tot geelbruin, versierd met witte en zwarte strepen over het hele lichaam en oranje getinte supralabiale schubben.

Bij deze exemplaren is de zadeltekening minder opvallend en wordt deze pas duidelijker bij een lengte van meer dan 65 cm.

Jonge dieren lijken op vrouwtjes, maar vertonen helderdere tinten en sterkere contrasten.

Het gebit is opisthoglyf, gekenmerkt door giftanden achter in de bovenkaak.

Verspreiding

De Montpellier-slang heeft een aaneengesloten verspreidingsgebied in het westelijke Middellandse Zeegebied, waaronder het Iberisch Schiereiland (Spanje en Portugal), Zuid-Frankrijk, Ligurië en het noordwesten van Italië, evenals het noordwesten van Noord-Afrika (Marokko, de kust van Algerije en de Westelijke Sahara).

In Italië is de soort vooral beperkt tot West- en Centraal-Ligurië, met een significante aanwezigheid in de provincie Savona, vooral langs de kust en in de lagere heuvelgebieden.

Hoewel ze in het verleden af en toe werd waargenomen boven 1.000 m, geven recente gegevens aan dat ze vooral voorkomt tot 800 m boven zeeniveau.

Haar aanwezigheid is ook gedocumenteerd op het eiland Gallinara.

In Ligurië wordt ze vertegenwoordigd door de westelijke ondersoort Malpolon monspessulanus monspessulanus, die de Tyrreense waterscheiding niet lijkt te overschrijden.

Habitat

Als uitgesproken warmteminnende soort geeft de Montpellier-slang de voorkeur aan zonnige en droge omgevingen die kenmerkend zijn voor het mediterrane landschap: struikgewas, garrigue, geterrasseerde olijfgaarden met stenen muren, gecultiveerde gebieden, braakliggende terreinen rijk aan struiken en zelfs meer of minder verstedelijkte gebieden.

Het is niet ongewoon haar aan te treffen in de buurt van rivieren en beken, vooral op open en stenige gedeelten.

Haar aanpassingsvermogen brengt haar ook naar de randen van wegen en verlaten stortplaatsen.

Gedrag

De Montpellier-slang is een strikt dagactieve en terrestrische slang, bekend om haar grote snelheid en haar schuwe maar alerte aard.

Haar activiteit begint met de eerste warmte van het voorjaar, meestal al begin maart, en duurt tot het begin van de winterrust, die afhankelijk van het klimaat eind oktober of zelfs in november in warmere gebieden kan beginnen.

Het voortplantingsseizoen start in het late voorjaar: het mannetje is territoriaal en meestal leeft het vrouwtje in hetzelfde gebied.

Na de paring legt het vrouwtje tot 20 eieren in natuurlijke holtes of onder stenen, schors en puin, ook van menselijke oorsprong.

De jongen worden geboren tussen september en oktober, zijn direct actief en kunnen dan al een lengte van 25 cm bereiken.

Voeding

Als zeer efficiënte generalistische predator voedt het volwassen dier zich vooral met kleine zoogdieren zoals verschillende soorten knaagdieren (tot een formaat vergelijkbaar met een jonge haas), vogels, volwassen hagedissen zoals de parelhagedis ( Timon lepidus ) en soms andere slangen, waaronder soortgenoten.

Het dieet van jonge dieren bestaat voornamelijk uit kleine hagedissen en grote terrestrische insecten.

De prooi wordt gevangen met een snelle beet, gevolgd door het omwikkelen van het lichaam, terwijl het gif, geïnjecteerd door de achterste giftanden, zijn werking doet en de prooi verlamt.

Bedreigingen

In de natuur kunnen volwassen Montpellier-slangen ten prooi vallen aan grote roofvogels zoals de slangenarend (Circaetus gallicus) en de steenarend (Aquila chrysaetos), hoewel de grootste bedreiging afkomstig is van menselijke activiteiten: onterechte angst voor slangen leidt vaak tot het direct doden door mensen, en ook verkeersslachtoffers komen helaas vaak voor.

Jonge dieren lopen extra risico's, zoals predatie door wilde zwijnen (Sus scrofa) en andere opportunistische zoogdieren.

Bijzonderheden

Van alle Ligurische slangen is de Montpellier-slang het best bestand tegen hoge zomertemperaturen; dit hangt samen met haar vermogen om een beschermende olieachtige substantie af te scheiden uit specifieke klieren nabij de neusgaten, die ook helpt bij het verspreiden van een karakteristieke 'wilde' geur.

Zeer waakzaam jaagt ze vooral op zicht, vaak met het voorste deel van het lichaam opgericht en met snelle zijwaartse hoofdbewegingen, nuttig zowel om prooien te zoeken als om roofdieren van op afstand te detecteren.

In bedreigende situaties aarzelt ze niet om agressie te tonen: ze maakt haar kop plat, sist en kan proberen te bijten met wijd opengesperde bek.

Het gif van de Montpellier-slang lijkt op dat van giftige elapiden zoals cobra's, maar is relatief weinig toxisch in vergelijking met dat van adders; door de positie van de giftanden (opisthoglyf) blijft het risico voor de mens minimaal.

Bij een langdurige beet kunnen plaatselijke verbranding en zwelling optreden, maar er zijn geen ernstige gevolgen of sterfgevallen in de literatuur beschreven.

De dodelijke dosis gif voor kleine knaagdieren wordt geschat op enkele tientallen mg/kg, maar voor mensen is het klinische risico verwaarloosbaar.

Credits

📝 Fabio Rambaudi, Matteo Graglia, Luca Lamagni
📷Carmelo Batti, Matteo Graglia, Matteo Di Nicola
🙏 Acknowledgements